Als je maar weet dat ik ooit een Tuinbouwbedrijf begin!

Als openingszin kon die uitspraak wel tellen toen mijn echtgenoot en ik voor het eerst samen uitgingen, nu ruim 30 jaar geleden. Paul is landbouwingenieur van opleiding en afkomstig uit een tuindersfamilie. Zijn met overtuiging uitgesproken ambitie was wellicht niet eens zo vreemd, maar als rasecht stadsmeisje en kunsthistorica was ik nog niet meteen bereid om de mouwen op te stropen… dat verkoopspraatje heeft toch wat langer geduurd!

Wàt Paul precies wilde gaan doen was nog niet meteen duidelijk. Verschillende business ideeën werden in de daaropvolgende jaren uitgevlooid. Van vleesetende planten naar sla en kruiden, om uiteindelijk uit te komen bij tomaten.

De kale akker die we met grootse plannen kochten in 1995.

1995

In 1995, ten tijde van een zware tomatencrisis, werd Stoffels tomaten opgericht. Onder het geroezemoes van de ons gek verklarende sectorgenoten, zochten we een startkapitaal en sprongen in het diepe.

“Investeren tegen de stroom in!” was Pauls motto wanneer hij bij de start 2,5 ha glas neerpootte in Rijkevorsel. Hij kreeg gelijk want na een eerste succesvol teeltjaar werd de vergunning aangevraagd voor een verdubbeling van het bedrijf. Het bedrijf stond bekend als innovatief en we hebben getracht om vanaf het begin goed in te spelen op de noden van de markt. Zo startten we bij de eersten met trostomaten en in 2004 met het telen van specialty tomaten die nu, 20 jaar later, nog steeds in de winkels liggen als Toma’rito en Toma’tapas.

Van bij de start waren we gefocust op het uitbouwen van een duurzaam bedrijf en namen ons voor om wanneer heteconomisch rendabel was, steeds te kiezen voor eco-vriendelijke oplossingen. Zo waren we de sector ver vooruit bij de aankoop van een eerste WKK motor in 1997 waardoor we al snel konden afstappen van de zware stookolie.

Meermaals per jaar trokken we op onderzoek uit. Alle nieuwe variëteiten en nieuwe trends werden in de kassen uitvoerig uitgetest. Verschillende Stoffels tomatenconcepten vonden hun weg naar de markt en zijn ondertussen vaste waarden geworden. De Toma’box werd gelanceerd en onder de merknaam 2mates pionierde we met gele tomaten op de markt. Beiden, nu 15 jaar later, nog steeds te koop in de Belgische retail.

In 2011 was het bedrijf al uitgebreid naar een oppervlakte van 11 ha. Door het aangaan van samenwerkingsverbanden groeide ons productieareaal in de daaropvolgende jaren naar ruim 30 ha.

Investeren tegen de stroom in!

Paul Stoffels
It all started with strong roots, ready to bear fruits. (rechtsonder Paul Stoffels in ouderlijke serre)
Vader en moeder Stoffels die bekend stonden als kwekers van chrysanten van topkwaliteit.

2015

In België zijn alle tuinbouwbedrijven aangesloten bij een verkoopcoöperatie die zorgt voor de afzet van land- en tuinbouwproducten. Omdat wij als bedrijf al een sterke eigen koers voeren op vlak van marktgericht telen en verkopen, was het in 2015 voor ons een logische stap om de veiling te verlaten. We gingen solo verder, herstructureerden het bedrijf en startten een eigen sales- en marketingafdeling op. Het was een ommezwaai van jewelste en opnieuw een sprong in het diepe. Met ingehouden adem gingen we het nieuwe jaar in, maar alle klanten bleven ons trouw en we kregen ruimte om nieuwe variëteiten en concepten aan te bieden via een sterk verkorte keten. Rechtstreeks van de producent naar de winkel werd een gesmaakt gegeven in binnen- en buitenland. De eerste successen in merkopbouw stootten toen ook al door naar het buitenland. Ons luxepaardje Toma’dor, koning van de smaak, wist de Duitse consument al snel te bekoren.

Zoals in vele sectoren zagen we de afgelopen jaren ook in de tuinbouw een sterke consolidatiebeweging. Mastodontische bedrijven met focus op productie en kostprijs rezen de grond uit, maar dat was niet de Stoffelsambitie. Wij gingen voor topkwaliteit, smaak en innovatie, maar de noodzaak om te groeien in productie was er wel. Ondertussen leverden we immers tomaten aan een 16 Europese landen.

2018

In 2018 haalden we er investeerders bij om wat financiële power te krijgen en het bedrijf verder te professionaliseren met het oog op een groot nieuwbouwproject. Vergunningsproblematieken werden ons deel en zorgden ervoor dat nieuwbouw niet meteen lukte. We moesten wel heel erg creatief zijn in het opschalen van ons bedrijf. Contracttelers vingen dit voor ons op. Alles werd nog steeds geteeld volgens de Stoffels lastenboeken met de door ons geselecteerde topvariëteiten en een focus op circulaire stromen in de productie.

Er volgden nog turbulente jaren waarin het soms leek of alle Bijbelse plagen tegelijk over ons heen kwamen. De kracht zit in de mensen, weten we nu.

Paul en Petra presenteren nieuwe plasticvrije verpakkingen.
Het jong managementteam onder de wakende ogen van Paul en Petra.

De duurzaamheid van onze relaties is opvallend gebleken. Handelen met retail is niet eenvoudig, toch hebben we met velen een trouwe band opgebouwd die vaak al meer dan 20 jaar stand houdt. Hun vertrouwen in ons hebben we steeds zeer waardevol gevonden.

Stiekem verdenk ik die categorie managers wel eens van een stevige lachbui nadat Paul en ik weer langs geweest waren met zelf in elkaar geknutselde prototype verpakkingen of een smaakverhaal waarbij we de brix altijd een puntje naar omhoog konden praten.

De grootste impuls voor het bedrijf is zonder twijfel de ontwikkeling en de groei van een fantastisch, gemotiveerd jong management. Hun gedrevenheid en goesting om in de toekomst samen met ons het bedrijf te dragen en verder te doen groeien is erg groot. Er wordt heel creatief gedacht, problemen worden vertaald als kansen en hun enthousiasme is besmettelijk wat duidelijk voelbaar is in heel het bedrijf.

30 jaar geleden zijn we gestart als klassiek familiaal tuinbouwbedrijf, maar is dat nog het model van de toekomst? Een tuinbouwbedrijf wordt meer en meer geacht een “going concern” te zijn; een organisatie die ervan uitgaat oneindig door te gaan met haar activiteiten of toch op zijn minst lang genoeg om haar ambitieuze doelstellingen te halen… En dat zullen we blijven doen, maar wel met familiale waarden.